klasblog oudste kleuters

Kriebel hier, kriebel daar…kriebels overal!

Deze week zouden we starten met een thema waarbij de kriebeldieren in de kijker staan. Je kent ze wel, die kleine diertjes die nu volop in de natuur te bewonderen zijn. Denk maar aan alle insecten maar ook aan de slakken, regenwormen, spinnen…De natuur vormt dus momenteel 1 grote ontdekkingstocht! Durven jullie dit eens te verkennen en te onderzoeken in je eigen tuin of in het dichtstbijzijnde park?

• Wereldoriëntatie

Zoek naar kriebeldieren onder stenen, in de grond, tussen bladeren, op de stam van een boom…

Bekijk ze van dichtbij: vorm en grootte, hoeveel poten?, voelsprieten of niet…

Volg het spoor op een plant, op de grond,…

Misschien durf je wel eens voelen. Laat ze over je hand of arm lopen.

• Techniek

Maak je eigen kriebeldierenhotel met spulletjes die je gewoon thuis of in je tuin hebt.

• Beeld

Maak kriebeldieren met materiaal uit de natuur.

• Taal

De letter van de week is de i (uitspraak : de i van ik).

Zoek woorden waar je de i in hoort. (Heel wat kriebeldieren hebben een i in hun naam: spin, insect,… maar dus NIET MIER, in het eerste leerjaar leren we de ie als één geheel )

Voel je het al kriebelen? Tof 🙂 ! Vanaf woensdag ligt er een nieuwe werkbundel klaar voor de komende 2 weken. En die staat helemaal in het teken van die interessante diertjes.

Er gaat een nieuwe week van start en dus ben ik er terug met een nieuwe blogpost.

In de glazen inkom ligt er ook deze keer een nieuw bundeltje voor de komende 2 weken klaar voor uw kleuter. Afgewerkte bundeltjes mag u terug meebrengen naar school en in het rode bakje van de tweede kleuterklas leggen.

Met dit mooie lentezonnetje komen we veel mooie veranderingen tegen in de natuur. Nieuwe bladeren aan de bomen, de vogels fluiten hun eigen lied en de kriebelbeestjes doen hun werk.

Ik heb voor jullie een aantal ideetjes klaarstaan!

Wat kunnen jullie zoal doen?

• Jullie kunnen, samen met mama of papa, opzoeken op internet hoe kriebeldiertjes eruitzien en wat ze doen.
• Mama/papa beschrijven een kriebeldiertje en jij moet raden over welk kriebeldier het gaat.
• Je kan op speurtocht gaan en kriebeldiertjes zoeken en ze in een potje doen. Ze goed observeren, voederen en ze daarna weer vrijlaten.
• Echte wormen zoeken door hard te springen op de grond.
• Met plasticine of speeldeeg kriebeldiertjes maken.
• Verstop enkele kriebeldiertjes en geef je kleuter een wegbeschrijving.

Vb. ga naar de living, sta met je rug naar de tv, kijk onder de salontafel…

• Of je kiest de eenvoudige uitvoering: warm en koud. Warm wil zeggen: je bent op de goede weg. Koud wil zeggen: je bent in de foute richting aan het zoeken.
• Springen zoals een sprinkhaan: hoeveel keer mag de sprinkhaan springen? Je kan het aantal sprongen zeggen of met je vingers tonen. Het wordt wat moeilijker als je het  aantal stippen op een post it zet.
• Maak je eigenste kriebelbeestje met natuurmaterialen.

• Is het een kort verhaaltje? Een rijmpje of een versje?

Kervertje, kevertje Kriebelpoot. Pootjes zwart en jasje rood.

Hier en daar een nopje… sprietjes op zijn kopje.

Kevertje, kevertje Kriebelpoot. Pootjes zwart en jasje rood.

Op je hand en op je vel, Kriebelpoot dat kriebelt wel.

Hoe zo’n beestje nu toch heet?

Ik ben benieuwd of jij dat weet!

• Even wat beweging en yoga.

      Veel kriebelplezier en groetjes,

      Juf Els.